Gyakuzuki no dachi

Gyakuzuki no dachi is net als zenkutsudachi, maar dan iets breder. Je voert tegengestelde stoot uit vanuit deze stand. De tenen van je voorste voet staan licht naar binnen, je achterste voet staat zo veel mogelijk naar voren.

 

Gyaku neko ashi dachi

Hierbij staat de voorste voet op de grond en is de knie gebogen. De knie van het achterste been is in de voorste knieholte. De achterste voet is nu alleen met de josokutei op de grond.

Deze stand komt onder andere voor bij de urazuki van pinan yondan.

 

 

 

 

Hanmi gamae

Hanmi gamae (vertaling: half gedraaid lichaam houding). Dé meest gebruikte gevechtshouding in de Wado

Han = half
mi = lichaam
gamae = houding

Er zijn geen geschreven bronnen over de historie van deze houding. Het zou kunnen zijn dat hij overgenomen is van het kendo. Chudan gamae lijkt erg op hanmi gamae als het gaat om het praktische aspect. Maar de chudan no gamae is met het lichaam naar voren en de achterste voet ingedraaid. De kans is groot dat Hironori Ohtsuka deze stand meegenomen heeft uit het ju jutsu. Het is zeker dat tegenwoordig alle vechters deze stand (gesprongen variatie) gebruiken in het wedstrijdvechten.

Hanmi gamae is korter dan zenkutsu dachi. Je lichaam is half weggedraaid van je tegenstander en beiden knieën zijn gebogen. De voorste arm is gebogen en de vuist wijst naar het hoofd van je tegenstander. De andere hand is voor je buik.
Hanmi gamae is geen officiële stand, geen basisstand die in kihon waza of kata voor komt. Wel is het een zeer praktische gevechtshouding waar je tijdens een gevecht veel mee kunt.

Hanmi shizentai

Hanmi shizentai (vertaling: halve breedte natuurlijke houding ). Dit is de stand waarin tobikomi zuki en nagashi zuki uitgevoerd worden.

(Japanse kanji)
Han = half
Mi = lichaam
Shizen = natuurlijk(e houding)
tai = lichaam

Neem minimaal de helft van de breedte van de stand shizentai. De voorste voet wijst recht naar voren en de achterste voet staat ongeveer 45 graden afgedraaid. Zet de voorste voet zo neer dat wanneer je de achterste voet naar voren zou draaien, je voorste hiel in de weg staat. Zet je voeten niet op één lijn!

 

Nagashizuki no dachi

Dit is de eindstand van nagashizuki. Je voorste knie is gebogen zodat je knie iets boven je voet is. Je lichaam staat gedraaid, maar pas op dat je niet te ver afdraait, dan sta je te ver van je tegenstander en moet je je rug hol maken en verdraaien om toch nog je stoot te kunnen plaatsen.

 

Naihanchi dachi

Net als bij seishan dachi is naihanchi ook genoemd naar de kata waarin de stand het meest voorkomt. Naihanchi dachi is een binnenwaartse stand met de voeten op één lijn. De tenen zijn naar binnen gedraaid, maar de knieën worden zoveel mogelijk naar buiten gedraaid. Dit is een hele sterke zijwaartse stand.

 

Tsuru ashi dachi

tsuru ashi dachi (vertaling: kraanvogel stand ). Deze stand wordt uitgevoerd op één been.

(鶴足立)
Tsuru = (kraan)vogel
Ashi = voet
dachi = stand

Tsuru ashi dachi komt in de wado in twee kata voor; chinto en rohai. In de meeste karate stijlen komt deze stand voor. In het kung fu zij enorm veel standen en technieken afgeleid van de dieren. Voor vele het bewijs dat karate beïnvloed door deze Chinese krijgskunst.
Met het standbeen gebogen sta je met je voet geheel aan de grond. De andere voet is naast de knie van het standbeen of de voet ligt in de knieholte van het standbeen.
Sagiashi-dachi (鷺足立 reiger-voet stand) is een andere naam voor deze stand
In het wado-ryu van Suzuki sensei is de voet in de knieholte. Bij de wado-kai (Ohtsuka familie) is de voet tegen de zijkant van de knie (van het standbeen).

 

Kosa dachi
kosa dachi (vertaling: gekruiste stand). Bij deze stand staan je knieën achter elkaar.

(交差立) kosa dachi.

Het is niet duidelijk waar deze stand vandaan komt. Wel zien we deze stand in heel veel vechtsporten terugkomen. Zo zien we hem is vele karate stijlen, maar ook in het kung fu en andere oosterse kunsten (pencak silat en yoga).
Binnen de Wado komt hij vooral voor in de kata:

bassai, tijdens het pakken van de arm draai je in voor een sokuto gedan
jitte, op het moment dat je vanuit shikko dachi achteruit stapt om daarna een dubbele gedan barai te maken